SV | Abraham nu was oud, [en] wel bedaagd; en de HEERE had Abraham in alles gezegend. |
WLC | וְאַבְרָהָ֣ם זָקֵ֔ן בָּ֖א בַּיָּמִ֑ים וַֽיהוָ֛ה בֵּרַ֥ךְ אֶת־אַבְרָהָ֖ם בַּכֹּֽל׃ |
Trans. | wə’aḇərâām zāqēn bā’ bayyāmîm waJHWH bēraḵə ’eṯ-’aḇərâām bakōl: |
Abraham nu was oud, en wel bedaagd;
en de HEERE had Abraham in alles gezegend.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
Abraham nu was oud, en wel bedaagd; en de HEERE had Abraham in alles gezegend.
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!